Vergeet het vroegere kruispunt van de Leugenberg, vergeet het vierarmenkruispunt.
Het staat vast: de route tussen de Blandijnberg en de Overpoorstraat, zijnde
Sint Amandsstraat, is het gevaarlijkste stuk weg in Gent. In Oost-Vlaanderen. In Europa. In ons mother fucking melkwegstelsel. Yeah.
Hoezo?!
Ik fietste na de les richting mijn kot op, jawel, de Citadellaan, zomaar, onschuldig, genietend van de zon, de wind in mijn haar, mijn haar in de wind, haar haar aan de kant van de weg, toen ik plots iets met mijn voorwiel zag gebeuren. Het brak in twee, of in drie, of in vier, en hing dus eigenlijk "in frenne vaneen". Zelfs op Google vind ik geen passende foto.
Ik "reed" dus eigenlijk voorover gebogen met mijn stuur tot aan mijn knieën even door, toen plots (onverwacht) de voorband plofte, en ik stiller dan stil stond op de weg. Maar ikzelf zonder een schrammetje.
Na anderhalve nanosecond shock keek ik rond - en rond keek naar mij! Ik stap af, zet mezelf, m'n rugzak en mijn fiets aan de kant en kijk achter mij. Een plank. Huh? Een plank?
"
Is deze dikke vette vijfmeterplank op mij gevallen?", vroeg ik aan "rond" (hét publiek).
"Ja hoor jongen", antwoordde de Hollandse moeder van de Hollandse Gentse Renske (Witness Number One - Witness Numer Two ook bedankt trouwens).
Ik was er niet goed van; een windstoot rukte die
dikke vijfmeterplank van een hoog vierverdiepenhuis los, en die
dikke vijfmeterplank waaide/viel zeven meter naar beneden en, hoe weinig kans ook, volgens het publiek, 15 centimeter naast mijn haarsnit op mijn voorwiel.
Inderdaad, uw favoriete Blogger (hum hum) haalde bijna het 19u journaal én het hiernamaals- het scheelde hem 15 centimeter.
En qua kanspercentage gesproken: plots geloof ik in het potentieel van het lotto-spel.
Two getuigen, two werkmensen en de eigenaar zijn adres en telefoonnummer genoteerd, bracht één van "de mannen" mijn broken vlo naar de fietsenmaker.
Terug van de fietsenmaker wandelde ik, met fictieve helm op mijn hoofd,
richting kot, dus terug voorbij dé plek, en tot mijn verbazing (hoewel) was de brandweer net naar de hemel aan het opstijgen om het dak te "checken".
"Euhm moeten jullie mijn adres hebben, de plank was op mijn fiets gevallen?". "Huh, wat? Plank?".
Toen ik het allemaal vertelde en mijn naam vrijwillig aan brandweerman had gegeven begeefde ik me richting kot. Eindelijk.
Om 16u zouden Maarten en Sanne komen; ik reed namelijk met de auto van thuis naar Gent vandaag vrijdag. En dus met die dorpsgenoten van Gent naar Antwerpen, huiswaarts.
Dus, een geluk voor sommigen, een gemiste kans voor velen: ik leef nog.